De tweede algemene brief van de apostel Johannes

2 John

1De ouderling aan de uitverkoren vrouwe en aan haar kinderen, die ik in waarheid liefheb, en niet alleen ik, maar ook allen, die de waarheid gekend hebben;
 ouderling aan de Zo noemt zich de apostel Johannes, òf vanwege zijn ambt, gelijk ook Petrus, 1Pe 5:1, òf vanwege zijn hogen ouderdom; alsof hij zeide: de oude.
,
 uitverkoren Zo noemt hij haar naar het oordeel der liefde, naar welke allen die Christus belijden, voor uitverkorenen moeten behouden worden. Zie dergelijke vs.13; Phi 4:3; 1Th 1:4; 2Th 2:13; 1Pe 1:2.
,
 vrouwe en aan Grieks Kyria; dat is, Heerin, gelijk ook vs.5; waardoor aangeduid wordt niet een van het vrouwelijk geslacht alleen, maar een voortreffelijke, aanzienlijke, machtige vrouw.
,
 die ik Namelijk zo de moeder als de kinderen, gelijk uit het Griekse woord blijkt.
,
 in waarheid liefheb, Dat is, oprecht, gelijk 1Jo 3:18.
,
 allen, die Namelijk die in die plaats wonen en u kennen.
,
 de waarheid gekend Dat is, de ware leer van het heilige Evangelie. Zie 2Ti 2:25; 1Jo 2:21, en 1Jo 3:19.
2Om der waarheid wil, die in ons blijft, en met ons zal zijn in der eeuwigheid:
 Om der waarheid wil, Namelijk heb ik haar lief, dewijl zij deze aangenomen hebben, belijden en beleven.
,
 in ons blijft, Namelijk door de genade en naar de beloften van God, dat Hij ons in deze altijd zal bewaren. Zie Mat 24:24; Joh 10:28; Phi 1:6; 1Pe 1:5; 1Jo 5:4-5.
3Genade, barmhartigheid, vrede zij met ulieden van God den Vader, en van den Heere Jezus Christus, den Zoon des Vaders, in waarheid en liefde.
 Genade, Zie dergelijke groetenis 1Ti 1:2.
,
 zij met u Grieks zal zijn.
,
 in waarheid en liefde Dat is, tot versterking en vermeerdering van de kennis der waarheid en van de liefde. Of met waarheid en liefde.
4Ik ben zeer verblijd geweest, dat ik van uw kinderen gevonden heb, die in de waarheid wandelen, gelijk wij een gebod ontvangen hebben van den Vader.
 van uw kinderen Dat is, sommigen van uw kinderen.
,
 in de waarheid Dat is, de ware leer van het Evangelie belijden, en hun leven daarnaar aanstellen, volgens de geboden Gods.
,
 van den Vader Namelijk door den Zoon; Joh 15:15.
5En nu bid ik u, uitverkoren vrouwe, niet als u schrijvende een nieuw gebod, maar hetgeen wij gehad hebben van den beginne, namelijk dat wij elkander liefhebben.
 een nieuw gebod, Zie de aantekeningen op 1Jo 2:7-8.
6En dit is de liefde, dat wij wandelen naar Zijn geboden. Dit is het gebod, gelijk gijlieden van den beginne gehoord hebt, dat gij in hetzelve zoudt wandelen.
 dit is de liefde, Dat is, hierin bestaat de rechte liefde Gods en des naasten; of hiermede wordt zij betoond.
,
 van den beginne Als u de leer van het Evangelie eerst is gepredikt; 1Jo 2:7.
,
 in hetzelve zoudt Dat is, zo uw leven daarnaar aanstellen.
7Want er zijn vele verleiders in de wereld gekomen, die niet belijden, dat Jezus Christus in het vlees gekomen is. Deze is de verleider en de antichrist.
 die niet belijden, Zie de aantekeningen 1Jo 2:22, en 1Jo 4:2.
,
 dat Jezus Christus Grieks Jezus Christus in het vlees komende. Zie dergelijke wijze van spreken 1Jo 4:2.
,
 de antichrist Zie 1Jo 4:3.
8Ziet toe voor uzelven, dat wij niet verliezen, hetgeen wij gearbeid hebben, maar een vol loon mogen ontvangen.
 Ziet toe voor uzelven, Dat is, hebt acht op uw eigen zaligheid, waarvan gij zoudt vervallen, zo gij u door hen laat verleiden. Zie Act 20:28.
,
 dat wij niet verliezen, Dat is, opdat wij, namelijk apostelen, die u tot de kennis der waarheid gebracht hebben, de vrucht van onzen arbeid aan u niet verliezen; of dat gij, [gelijk anderen lezen] namelijk die de ware leer eens aangenomen hebt en naar deze uw belijdenis en wandel, welke is het eeuwige leven, niet verliest, door verleiding tot afval gebracht.
,
 vol Dat is, overvloedig.
,
 loon mogen ontvangen Namelijk wij apostelen van onzen arbied, als die aan u niet vergeefs zal aangewend zijn. Zie Phi 4:1; 1Th 2:19; of gij gelovigen, als gij tegen de verleiding standvastig blijft bij de ware leer van het Evangelie.
9Een iegelijk, die overtreedt, en niet blijft in de leer van Christus, die heeft God niet; die in de leer van Christus blijft, deze heeft beiden den Vader en den Zoon.
 die overtreedt, Namelijk door afvallen van de leer van het Evangelie, gelijk de volgende woorden verklaren.
,
 die heeft God niet; Dat is, die heeft geen gemeenschap met God.
,
 heeft beiden den Vader Dat is, heeft gemeenschap met beiden. Zie 1Jo 1:3.
10Indiën iemand tot ulieden komt, en deze leer niet brengt, ontvangt hem niet in huis, en zegt tot hem niet: Zijt gegroet.
 tot ulieden komt, Namelijk in uw huis, of anderszins om u te leren en te onderwijzen.
,
 deze leer niet Namelijk dat Jezus Christus in het vlees gekomen is, vs.7, en die wij apostelen u geleerd hebben.
,
 brengt, Dat is, leert en voorstelt.
,
 ontvangt hem niet Dat is houdt met hem geen broederlijke gemeenschap of nauwen omgang.
,
 Zijt gegroet Grieks chairein; dat is, blijde zin. Zie de aantekeningen Jam 1:1.
11Want die tot hem zegt: Zijt gegroet, die heeft gemeenschap aan zijn boze werken.
 die heeft gemeenschap Dat is, die hoort zijn valse leer, waardoor hij de mensen verleidt, en stelt zichzelf in gevaar om door hem ook verleid te worden, en geeft anderen ergernis, alsof hij de valse leer toestond, daar hij zulke gemeenschap houdt met de valse leraars.
,
 boze werken Namelijk die hij doet in het verleiden der mensen van de ware leer.
12Ik heb veel aan ulieden te schrijven, doch ik heb niet gewild door papier en inkt; maar ik hoop tot ulieden te komen, en mond tot mond met u te spreken, opdat onze blijdschap volkomen moge zijn.
 veel aan ulieden Namelijk aangaande deze zaken.
,
 door papier en inkt; Dat is, door een brief, die met inkt op het papier geschreven wordt. Dit zegt hij niet, omdat hij enige zaken, de zaligheid aangaande, gehad heeft, die hij het papier niet zou hebben willen vertrouwen; want al die zaken heeft hij in zijn Evangelie genoegzaam beschreven, Joh 20:31; maar omdat hij hoopte haast bij haar te komen, en haar die zaken mondeling zou verklaren.
,
 mond tot mond Dat is, bij u tegenwoordig zijnde.
,
 onze blijdschap Namelijk die ontstaan zal uit mijn tegenwoordigheid.
,
 volkomen moge zijn Grieks vervuld; dat is, overvloedig.
13U groeten de kinderen van uw zuster, de uitverkorene. Amen.
 de uitverkorene Zie vs.1.
Copyright information for DutSVVA